De zin om gemotoriseerde ontwerpen te bouwen begon al op 12 jarige leeftijd bij Jan de Wit. Al knutselende aan gemotoriseerde autopetjes leerde hij het vak al snel. In de achtertuin van zijn ouderlijk huis had hij op een gegeven moment ook een eigen sleutelhokje.
In dit hok was hij altijd aan de gang aan gemotoriseerd spul. Iedereen kon ook langskomen om aan zijn eigen brommers te sleutelen. Van het één kwam het ander en zo gingen ze ook sleutelen aan steeds grotere en zwaardere motoren.
De naam chopperdokter heeft hij ook in deze tijd gekregen. Dit kreeg hij vanwege de vele verbouwingen die hij destijds deed aan motoren en het verchopperen ervan. Deze naam draagt hij nu inmiddels al meer dan 30 jaar met zich mee. Met deze bijnaam heeft hij het bedrijf later ook voortgezet. De afkorting van chopperdokter is CHD. De naam CHD cycle and parts was geboren.
Toen Jan uit zijn ouderlijk huis ging kocht hij samen met Mary een vrijstaande woning aan de dijk. Hier ging al dat gesleutel vrolijk verder in de vrije uurtjes na het werk als vrachtwagenchauffeur/ onderhoudsmonteur/ machinist draadkraan.
Harley-Davidson
Jan ging zich vooral specialiseren in de Harley-Davidson. Het eerste magazijn wat hij had om onderdelen op te bergen was in een kamer van zijn oudste zoon. Als hij vriendjes mee naar huis nam om te spelen, moest hij eerst wat frames aan de kant halen om te kunnen spelen. Ook had Jan eens wat spuitwerk gedaan voor een motor en moest dat ergens hangen om te laten drogen. Hij sloeg een paar spijkers in de plafondbalken van zijn huis om dat op te kunnen hangen. Dit was echter boven het fornuis. Dus Mary moest goed uitkijken met het koken dat ze niet de verf beschadigde. Zo leefde heel de familie de wit mee.
King Blits!
Zelf had hij ook een eigen Harley chopper gebouwd, waarmee hij King blits werd in 1982.
Na dit grote succes werd het steeds drukker in de schuur van zijn huis. Jan ging maar halve dagen werken als monteur/chauffeur om al die drukte aan te kunnen in de motoren. Voor dit bedrijf waar hij destijds werkte heeft hij een daf 2800 torpedo gerestaureerd. Zo ook ging hij regelmatig naar Amerika om motoren en veel onderdelen te halen voor zijn eigen zaak. Hij haalde dat zelf op met pick-ups of zelfs met vrachtwagens.
In de motoren handel liep het ook storm. Zo zijn er vele containers vol met motoren in Nederland aangekomen. Enorm grote partijen werden verscheept naar Nederland. Het leuke hieraan was dat nog geen internet bestond. Dus je moest echt in de middle of nowhere vragen aan mensen of die nog iemand wisten die nog onderdelen of motoren hadden staan. Vooral veel knucklehead en panhead spullen kocht jan. Meestal voordat de container in Nederland kwam, was het alweer verkocht.
Met al deze onderdelen moest hij een kant op. Zo had hij een winkeltje in ’t zand aan de oude rijksweg. Dit was maar voor heel even, want het heen en weer rijden tussen de werkplaats en de winkel was niet helemaal optimaal. Deze winkel werd na een paar maanden alweer gesloten en de onderdelen kwamen weer terug naar de dijk.
Schade motoren deed hij ook opknappen en weer verkopen. Zo kwamen er ook vele onderdelen in de schappen erbij te liggen.
Toen hij deze enorme drukte niet meer alleen aankon, vroeg hij aan zijn broer Ab of hij ook wou komen helpen in de Harleys. Zo hebben ze samen CHD opgebouwd. Het bleef echter niet alleen bij Harley-Davidsons wat Jan importeerde. Zo kwamen er ook vele quads, trikes, auto’s en zelfs amfibie voertuigen vanuit Amerika naar Nederland.
Op een gegeven moment viel zijn oog op de Amerikaanse vrachtwagens. Zijn kriebels als chauffeur zijnde kwamen weer naar boven en hij kocht een Kenworth. Eenmaal in Nederland aangekomen liep hij eromheen en dacht bij zijn eigen ‘’wat heb ik nu weer gekocht!”.
Na enige tijd is hij toch begonnen met het opknappen van de vrachtwagen. (zie projecten W900A 1982). Vele onderdelen waren slecht aan te komen of heel erg duur en besloot om zelf die onderdelen te gaan maken. Hij maakte heel veel RVS delen zelf, zoals de uitlaten, lichtbalken achter, bumper, sprieten, spatlapgewichten en noem maar op.
Voor de vrachtwagen heeft hij een grote schuur in de vorm van een hooiklamp gebouwd. Zo stond hij mooi droog binnen. Hierin heeft hij de vrachtwagen verder opgeknapt samen met zijn zoon Dave.
Ook met dit kwam van het één het andere en Jan kreeg meerdere opdrachten om voor hun ook RVS delen te maken. Het is inmiddels zo druk geworden, dat hij gestopt is met het chauffeursleven. Hij werkt nu volle dagen in de motoren en vrachtwagens met Ab, die ook metaalbewerker is geweest.
Toen stak zich er een mooie kans op. De oude vervallen boerderij naast het huis van Jan ging de verkoop in. Na een paar spannende momenten werd het stuk land hem gegund en heeft hij het gekocht. Er stond een oude vervallen boerderij en vele kleine vervallen schuurtjes op het stuk. Jan had een kraan gekocht en een paar crossauto’s. met behulp van crossauto’s, quads en de kraan heeft de hele familie geholpen om dat allemaal plat te gooien. Nu staat er een nieuw huis en één grote schuur op het perceel. In deze schuur konden de vrachtwagens wel naar binnen.
Hier breidde de vrachtwagen service verder uit. Om de drukte van de vrachtwagens op te vangen kwam Dave, de oudste zoon van Jan, ook helpen in het bedrijf. Met behulp van zijn vorige beroep als eerste monteur in bedrijfswagens, gaf hij zijn voorkeur uit aan de vrachtwagens. Dave werkt hier ondertussen ook alweer 4 jaar.
Nu hebben we vele onderdelen van zowel Harley-Davidson en Amerikaanse vrachtwagens op voorraad. Met zijn drieën in het bedrijf is het mooi uit te houden.
In de vrije uurtjes naast het bedrijf gaat het gesleutel ook gewoon door. Dave heeft namelijk ook een Chevrolet caprice uit 1982 waar hij dagelijks mee rijdt.
Ab heeft jarenlang een Chevrolet panel truck uit 1948 gerestaureerd en is rijdt er ook veel mee.
Ook de jongste zoon van Jan, Mike, is bezig met het restaureren van een Dodge charger uit 1969. Daarvoor heeft hij ook een grasmaaier hotrod, een puch chopper en nog een paar dingen gebouwd.
Het Amerikaanse gevoel bij de familie de Wit zit er dus goed in!